Het begint uit de hand te lopen.. Voercampagnes op veel te kleine watertjes. Moeten we dit wel willen?
Voercampagnes..
Dat het gebeurt, dat weten we. Echter in hoeverre dit doorslaat, kunnen we alleen maar naar gissen.
Het is een lekker rustig avondje, als een aantal bestuursleden een rondje rijden, langs alle watertjes die onze vereniging rijk is. Even polshoogte nemen hoe het alles erbij staat en ligt. Wanneer we bij de Knieperkolk aankomen, doen ze echter een best schokkende ontdekking. Er ligt zoveel visvoer voor karpers in het water, dat we vermoeden, dat de winter er wel eens aan kan komen. Voedselvoorraad die door onze eigen leden is aangeboden. De hoeveelheid is wel zodanig, dat het nooit van één visser kan zijn. Meerdere mensen zijn hier aan het voorvoeren lijkt het. Unaniem zijn we het eens, dat dit toch echt te ver gaat. Te ver voor de paar karpers die er zwemmen, maar ook te ver voor iedereen die er eens een hengeltje wil uitgooien. Wat is nou het doel van dit overmatig voedsel aanbod? Natuurlijk snappen wij, dat je de aanwezige karpers, alvast aan je voertje wil laten wennen. Ofwel, dat je er van te voren wat boilies of iets dergelijks wil aanbieden. Wat in onze ogen dan wel te ver gaat, is de hoeveelheid. En natuurlijk snappen wij ook, dat een groter water meer voorvoeren kan hebben, dan een kleiner water, maar om nou een kolkje van amper een half hectare, helemaal vol te storten met karper aas? Mensen, denk alstublieft na, voordat u aan de slag gaat met een watertje. Bedenk bijvoorbeeld, dat een vis op zo'n klein watertje nooit ver weg kan zijn, dus voorvoeren eerder negatief, dan positief kan uitwerken. Iedere karpervisser kan wel een beetje bedenken, waar de karpers zich ophouden of langs zwemmen. Wij denken dan ook, dan geen enkel kolkje de behoefte heeft aan voorvoeren. Het is allemaal zo klein en heel vaak zitten er meerdere vissers, die ook nog het nodige voer bij het haak aas gooien. We willen dan ook iedereen, die vist op karper, vragen om alstublieft te stoppen met voorvoeren op de kolken. We kunnen natuurlijk niks verbieden, maar laten we allemaal de kop erbij houden.